Het is nu een goede tijd om de tweede beoordeling uit te voeren van essen waarvan vorig jaar werd geconstateerd dat ze (ernstig) leden aan essentaksterfte (ETS). De ervaring leert dat veel essen die vorig jaar ernstig aangetast leken door ETS, nu een redelijke tot goede conditie hebben. Een tweede beoordeling voorkomt onnodige kap van essen. Hoe kan dat eigenlijk?
Protocol opname Essentaksterfte
In opdracht van het VHG en de Intergemeentelijke Studiegroep Bomen (ISB) is een protocol opgesteld (downloaden) voor de uniforme opname van essentaksterfte (ETS) in stedelijke en landelijke omgevingen. Hiermee komen de organisaties tegemoet aan de grote behoefte bij groenbeheerders, aannemers en adviseurs aan uniforme richtlijnen voor het beoordelen van deze ziekte.
Door te werken volgens het protocol ontstaat een completer en betrouwbaarder beeld van de ernst en de ontwikkeling van deze ziekte. Op basis hiervan kunnen gerichte beheermaatregelen worden getroffen.
Wetenschap en praktijk
Het nieuwe protocol is opgesteld door Wageningen University & Research (WUR), in samenwerking met Terra Nostra, BTL Bomendienst en Kopinga Boomadvies. Een uniek samenwerkingsproject waarin de beschikbare wetenschappelijke informatie en kennis uit de praktijk samenkomen. Het protocol is wetenschappelijk onderbouwd, gedragen door de praktijk en landelijk toepasbaar. Het kan worden gecombineerd met de reguliere visuele (boom)inspectie, zolang die in de juiste periode (juni t/m augustus) wordt uitgevoerd.
Waarom een tweede beoordeling?
Waarom is er nu een tweede beoordeling noodzakelijk als er zo’n wetenschappelijk onderbouwd protocol is opgesteld? Het protocol is een landelijke richtlijn waarmee de ETS uniform wordt beoordeeld op onder andere de mate van ontbladering, algehele conditie en diameter van afgestorven takken. De verklaring waarom met één beoordeling niet goed ETS is vast te stellen is de extreem droge en warme zomer van vorig jaar waardoor essen tijdens de zomer vroegtijdig blad lieten vallen om afsterving te voorkomen. Het verschil tussen ontbladering als gevolg van ETS of van droogte is vanaf de grond niet goed te zien. Ook is vanaf de grond niet 100 % te bepalen of hoog in de kroon dunnere takken en/of bladknoppen daadwerkelijk dood zijn. Of het wel of niet ETS betreft kan worden bepaald met een tweede beoordeling voordat het nogmaals droog wordt.
En hoe nu verder?
Is er sprake van ETS en is de veiligheid in het geding (als er dikkere dode takken aanwezig zijn), dan kan het dode hout uit de boom worden gesnoeid. De boom moet worden gekapt als blijkt dat de boom echt niet meer is te redden, en de hele boom een gevaar vormt.