Het Kenniscentrum Eikenprocessierups heeft haar onderzoek naar de grondnesten van de eikenprocessierupsen afgerond. Tot op heden was het onbekend wat de rupsen daar deden en hoelang ze daar verbleven. Dit compliceerde het beheer van de jeukrups.
Meerjarig onderzoek van het Kenniscentrum toont aan dat eikenprocessierupsen in de grond kunnen verpoppen tot vlinder, maar daar ook in grote aantallen tenminste tien maanden in verlengde diapauze kunnen gaan. Hierna kruipen ze in juni kruipen met brandharen uit de grond. Positief is dat ook sluipvliegen en -wespen in de grond overleven. Ze parasiteren vooral de mannetjes.
Mysterie
Op diverse plaatsen werden afgelopen jaren in juni en soms al in mei eikenprocessierupsen aangetroffen die al in het vierde larvestadium bevonden. Rupsen met brandharen. Dit klopte niet met het ‘normale verloop’ van de eikenprocessierups, verder werd dan opgemerkt dat het blad in de boom minder aangevreten was dan je zou verwachten op basis van het grote aantal ver ontwikkelde rupsen. Dit mysterie deed zich ook voor op locaties waar in het voorjaar preventief gespoten was met nematoden of bacteriepreparaten. Kortom waar kwamen deze rupsen toch vandaan? Het antwoord: grondnesten.
Verpoppen in de grond
In 2018 zijn twintig bomen gemarkeerd waarbij eikenprocessierupsen tussen eind juni en begin juli de bodem in kropen. De bomen werden nauwgezet gevolgd om te kijken hoe de rupsen zich zouden ontwikkelen. Een jaar later kropen de rupsen uit de eitjes die door vlinders in 2018 werden afgezet. Deze rupsen toonde het normale gedrag en vormden nesten. Tot de eerste week van juni was er sprake van een normaal verloop van de ontwikkeling van de rupsen. Vanaf begin juni tot medio juni 2019 kwamen de eerste eikenprocessierupsen uit hun grondnesten. Deze rupsen verkeerden in het vierde larvestadium. De populatie uit de grond mengde zich met de aanwezige populatie in de eiken. Dit had kaalvraat van de eiken als gevolg.
Vanaf 7 juli 2019 trokken de eerste groepen rupsen weer de grond in, vaak aan de voet van de eik, maar verder van de bomen af.
Hierna zijn twintig bomen gemarkeerd en voorzien van horgaas om de stammen. Na vernielingen bleven er zes netten over om te bestuderen. Vanaf 2 augustus begonnen de eerste vlinders uit de grond te komen en omhoog te kruipen langs de stam. Achter de helft van de netten kwamen wel duizenden vlinders uit de grond achter het gaas. Opmerkelijk was dat er ook vlinders, ruim één meter van de eiken uit de grond kwamen. Hiermee is een definitief bewijs geleverd dat eikenprocessierupsen niet alleen in de bomen verpoppen, maar ook in de grond.
Hiermee is een definitief bewijs geleverd dat eikenprocessierupsen niet alleen in de bomen verpoppen, maar ook in de grond.
Lees het hele artikel op boomzorg.nl